Een nieuwe cliënte stapt mijn praktijk binnen. Op de vraag zichzelf voor te stellen volgt meteen een verhaal over dik zijn, over het hebben van eetbuien, over het gevoel hebben dat haar leven alleen nog maar rond eten en gewicht draait, … Ik hou haar tegen. “Wie bén je? Stel dat ik je op café zou tegen komen? Wat zou je dan vertellen?” Dan valt ze stil. Ze weet eigenlijk niet goed wat zeggen, dat is duidelijk. Haar identiteit lijkt gereduceerd tot dat ene ding. Schaamte. Ze wil een ander leven en heeft het al zo vaak geprobeerd, maar het lukt niet. Nog meer schaamte.

Ik keer de rollen om en stel mezelf aan haar voor. Ooit had ik een heel normaal gewicht. Maar ik voelde me oh zo dik. Ik was al 2 jaar af en aan op dieet toen ik 16 was. Toen kelderde mijn gewicht. Ik woog nog 47 kilo. Jarenlang kwam ik vervolgens dezelfde 20 kilo opnieuw bij. Telkens maakte ik er een nieuw project van om de kilo’s te verliezen, maar zij wisten mij steeds terug te vinden. Ik geraakte ze maar niet definitief kwijt. Tot een jaar of 10 geleden. Vanuit deze herwonnen vrijheid besloot ik me om te scholen tot diëtiste en intussen ook tot gedragstherapeut.

Ik ken haar gevecht. Oh zo goed. Ik beloof haar niets, maar vertel haar eerlijk dat het anders kan. Dat het vechten ooit kan stoppen. Is ze bereid? Ze wil niets liever, maar het vertrouwen is broos. In de weken die volgen vertelt ze haar verhaal. Ik los niets op. Ik “fix” niks. Doordat ik diëtiste ben verwachten mensen dat ik hen op dieet zet. Dat ik hen vertel wat ze wel en niet moeten eten. Zo ook deze vrouw. Ze wil van haar kilo’s af en wel snel. Ik begrijp haar, maar het is een val waarin ik niet wil trappen. Niet bij haar.

“Je deed dat al zo vaak. Hoe goed heeft het gewerkt? Blijvend? Laten we het anders aanpakken…”

Ik luister en help haar patronen te herkennen. “Shit, het is veel meer dan alleen maar het eten”. Ik stel haar gerust, want dat is het bijna altijd. “Maar kan je voelen hoe veel pijn dat doet? Wat heeft het gevecht je al allemaal gekost?” Veel. Té veel. De pijn is bijna ondraaglijk, maar gaandeweg leert ze dat de pijn haar iets wil vertellen. Daar waar het pijn doet, ontdekt ze ook de dingen die écht belangrijk voor haar zijn. Haar waarden. Ze bieden houvast en perspectieven. De pijn wordt minder scherp en verdwijnt wat meer naar de achtergrond.

Nog steeds los ik niets op. Soms neemt frustratie de bovenhand. “We zijn nu toch al 2 maanden bezig en ik ben nog altijd even dik!” Ik vertel haar dat ik oprecht zou willen dat ik over dat soort magische krachten beschik. Dat ik iets wat al 30 jaar speelt in 2 maanden gefixt krijg. Ik gun het haar, zo hard! Maar ik fix niks, remember?

Toch veranderen er dingen. Ze leert perspectief nemen. Ze ondervindt dat een storm na een tijd weer gaat liggen. Ze merkt dat ze de eetbuien minder vaak nodig heeft. Dat ze haar aandacht op dingen kan richten die het écht waard zijn. Ik bewonder haar voor de bereidheid die ze getoond heeft en bedank haar voor het vertrouwen. Ze is niet op dieet gegaan, maar haar gewicht neemt stilletjes af.

Soms is er paniek. Dan heeft ze voor even het gevoel dat al ons werk voor niets is geweest. Maar deze momenten duren steeds minder lang en tussenin is het mooi weer. “Wordt het ooit makkelijk?”, vraagt ze me. Ik twijfel even. Hoe leg ik haar uit dat het mogelijk nooit écht makkelijk wordt? Dat het ook in mijn hoofd soms nog flink kan donderen?

Ik leer haar de mantra die mij op zo’n momenten helpt:

“Je kan de golven niet tegenhouden, maar je kan wel leren surfen.”

Jessica