“Is dat allemaal eigenlijk wel nodig, Bart, die Rode Neuzen allemaal?”  Hij zei het langs zijn neus weg, achteloos… Wist hij veel…

Een fractie van een seconde twijfelde ik om een heel pleidooi af te steken maar ik trok mijn neus op en beperkte mijn woordenschat tot “ja, toch wel…”.  Wist hij veel dat ik deze week een gesprek had met Ellen, kind uit de voorzieningen, die op 20-jarige leeftijd niet in staat is om te doen wat ze graag zou willen doen.  Psychisch geradbraakt op dit moment en de zoveelste ontgoocheling in haar leven.  Met de neus keihard op de feiten gedrukt…

“Ik ben verkloot, Bart…”  Zo verwoord ze het zelf.  “En ik denk ook niet dat het ooit nog goed komt…”.  En daar sta je dan, niet goed wetend wat zeggen, zoekend naar de juiste woorden, zoekend naar perspectief en dat is in dit verhaal heel erg moeilijk.  Wat zeg je immers tegen een jong-volwassene wiens rugzak gevuld is met een verleden van verwaarlozing, mishandeling en seksueel misbruik?  Wat zeg je tegen haar, wetende dat ’s morgens uit bed komen alleen al een helse opgave is­?  Wat zeg je en moet je eigenlijk wel iets zeggen?  Het neusje van de zalm is immers heel ver weg…

Is dat nodig, die Rode Neuzen allemaal?  Ja verdomme, dat is nodig…. heel erg nodig, hoogstnodig, broodnodig !!  Kijk verder dan je neus lang is !!  Het is nodig voor al die jongeren die dingen hebben meegemaakt waarvoor ze niet gekozen hebben.  Dingen die het daglicht vaak niet mochten zien, gewoon door de neus geboord, die hun gemaakt hebben tot iemand die ze niet willen zijn.  Het is nodig ja, zodat jongeren zoals Ellen die hulp krijgen waar ze recht op hebben zodat ze hopelijk ooit met hun neus in de boter vallen.

 

Bart